Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En die man, Elkana [44]toog op met zijn ganse huis, [45]om den HEERE te offeren [46]het jaarlijkse offer, en zijn gelofte. 44. Te weten, naar Silo, gelijk boven, vs.3. 45. Te weten, hetgeen hij beloofd had den Heere te offeren, tot een teken der dankbaarheid, dat de Heere hem een zoon van zijn huisvrouw Hanna gegeven had, of om zijn belofte en die zijner vrouw, aangaande het kind, te volbrengen. 46. Hebreeuws, het offer der dagen; dat is, hetwelk op de zekere feestdagen ieder jaar geofferd werd.